Een paar dagen van te voren afgereisd naar Lauterbrunnen om vandaar uit het parcours enigszins te verkennen en nog een beetje te trainen. Maar dan: 1 dag voor mijn vertrek kom ik erachter dat er een groot gat in het frame van mijn mountainbike zit. Das balen, helemaal omdat ik op de mountainbike eventueel tijd wilde goedmaken welke ik op d e racefiets gespaard had. Dus een leenfiets mee van Kokkiebikes (super bedankt), deze was wel veel zwaarder dan mijn eigen en een hardtail i.p.v. een fully. Maar goed, ik kon nog meedoen.
De nacht voor de triathlon is eigenlijk geen nacht, de start is vroeg en voordat je bij de start bent moet je nog een aardige reis afleggen. Dus een kort nachtje en ‘s morgens vroeg aan de start in Thun. Maar dan blijkt het zwemmen niet door te gaan, er staat te veel wind en de golven zijn te hoog. Weer balen, al de extra zwemtrainingen die ik het afgelopen jaar heb gedaan voor niets. Maar goed het is niet anders, dus beginnen we met fietsen. De eerste tweehonderd meter zijn vlak en dan gaat het meteen al bergop, ik zit meteen op het kleinste blad voor en het grootste achter. Het zwoegen is begonnen !! Na een kilometer of 6 komt Johan Neevel naast me fietsen, hij stond iets verder naar achteren in het startvak. Na een kort gesprek waarin we beiden aangeven het jammer te vinden dat het zwemmen niet door is gegaan, begint de eerste afdaling van die dag. Het is een pittige afdaling die af en toe een beetje glad is omdat het wegdek nog nat is, toch lopen de snelheden al gemakkelijk op tot boven de 70 km/h wat dan weer heel koud voelt. Na een vlak stuk weer een pittige klim, dit keer is de grosse Scheidegg aan de beurt. Een lange en soms heel steile klim waar het vaak stapvoets omhoog gaat. Op een aantal stukken komt ik niet eens boven de 40 omwenteling per minuut. Maar het ergste is dat er geen eind aan lijkt te komen, het lijkt wel of na elke bocht een de berg ook een stuk hoger wordt. Eindelijk, eindelijk begint dan de afdaling. Ook deze is weer van een categorie: supersnel. Ik ben blij dat ik dit jaar veel in de bergen gefietst heb en op de mountainbike veel downhill en freeride routes geoefend heb, dat geeft toch wat vertrouwen. Dan wisselen en op de mountainbike. De eerste honderd meter uit het parc ferme gaan goed, dan breekt de eerste spaak in mijn voorwiel, tweehonderd meter verder breekt de 2e spaak met als gevolg dat mijn voorwiel al limbodansend door mijn voorvork beweegt. De klim naar Kleine Scheidegg probeer ik dus tussen al stenen en stukjes rots door voorzichtig naar boven te fietsen. Maar halverwege de klim blijkt ook nog eens dat ik niet helemaal super op de fiets zit en mijn onderrug begint op te spelen en af en toe moet ik even stoppen om te rekken. De rug begint langzaam maar zeker stijf te worden en ik kan niet meer volle kracht leveren. Met Kleine Scheidegg in het zicht begint het weer een beetje beter te gaan en boven besluit ik volle bak naar beneden te gaan, ook al is mijn voorwiel niet wat het zijn moet. Ik beloof mezelf dat als er nog een spaak breekt, ik het rustiger aan zal doen. Boven op de berg dus kracht gezet en rollen naar beneden. In de eerste kilometer heb ik er al een stuk of 10 ingehaald, de volgende 5 kilometer zijn niet technisch en is overzichtelijk dus loopt de snelheid mooi op. Het laatste gedeelte van de afdaling is wat technischer, met mooie haarspeldbochten en veel wortels. Maar met de juiste snelheid is dit allemaal goed te doen en sta ik vlot in het parc ferme om te wisselen voor het lopen. Met het lopen kom ik niet echt op gang, mijn rug zit knettervast en de bovenbenen hebben hetzelfde gevoel. Wat normaal mijn sterkste onderdeel is, blijkt nu ineens mijn zwakste. Het eerste deel van de klim gaat moeizaam, ik passer nog wel andere deelnemers maar de snelheid is niet goed. Gaande weg de klim herstelt mijn rug niet en wordt eigenlijk alleen maar stijver. Met nog 8 kilometer te gaan besluit ik (samen met mijn gezin) om niet verder te lopen en terug naar beneden te gaan. Ik wil min rug niet langer overbelasten en weer een lange tijd met rugklachten lopen. Volgend jaar weer een kans, maar dan met mijn eigen mountainbike.